In februari 2019 presenteerde Lobby Lokaal feestelijk het boek Lobby Lokaal Amsterdam. Handboek voor de burgerlobbyist. Journalist Chris Aalberts was gastspreker die middag. Hij schrijft voor het Noordhollands Dagblad en ThePostOnline en is docent politieke communicatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2019 verscheen van zijn hand Palermo aan het Marsdiep: analyses van falend bestuur over Den Helder. Een interessant boek over democratie op lokaal niveau. We zijn benieuwd naar zijn tips voor Amsterdamse belangenbehartigers.
Aalberts ziet kansen voor burgerlobbyisten op lokaal niveau. “De gemeente is bijzonder omdat er veel mogelijkheden tot inspraak zijn en omdat je weinig mensen nodig hebt om iets te organiseren of een verschil te maken, zeker in vergelijking met Den Haag en Brussel. Invloed hebben is dus vrij gemakkelijk.”
“De vraag bij lobbyen is wel waar de gemeente over gaat en dus of lobbyen voor een bepaald onderwerp wel zin heeft. Vaak doet de politiek alsof ze over alles gaat. Kijk naar het Slotervaartziekenhuis. Er zijn dan partijen in de gemeenteraad die zo’n ziekenhuis willen redden, terwijl dat niet de bevoegdheid van de gemeente is. Of neem een onderwerp als woningnood: je kunt je afvragen of de gemeente hier veel aan kan doen. Zo heeft de gemeente geen invloed op alle expats die op de stad afkomen. Het gekke is dat onderwerpen waar de gemeente wel over gaat – zoals veiligheid, voorzieningen en verkeer – worden vaak genegeerd als geschikte onderwerpen om burgers over mee te laten denken”.
Chris Aalberts: “Wat ik opvallend vind is dat jullie het hebben over lobbyen door burgers. Zo wordt het eigenlijk nooit genoemd. Men heeft het meestal over inspraak of participatie. Lobbyen is meer een term voor professionals, mensen die ervoor betaald worden. Toch vind ik de term lobbyen bij burgers wel interessant. Wat burgers namelijk veel te weinig doen, is gewoon op raadsleden afstappen en zeggen wat ze ergens van vinden. Zeker in de grote stad. Dat zou je prima lobbyen kunnen noemen. In de gemeente zijn het vaak ambtenaren en bestuurders die burgers enthousiasmeren om te participeren, terwijl het veel logischer is als burgers hun raadsleden benaderen.”