“De buitenwereld naar binnen halen en vice versa”, dat is hoe Marije Willems haar rol als gebiedsmakelaar omschrijft. Sinds het voorjaar van 2018 is zij de schakel tussen de gemeente Amsterdam en de bewoners en ondernemers in de Nieuwmarkt -en Waterloopleinbuurt.
Representatieve afspiegeling
Een belangrijk onderdeel van het werk van Willems is om richting het bestuur een representatief beeld te geven van wat de buurt wil en waar de gevoeligheden liggen. Dit vult ze in door zo veel mogelijk in het gebied te zijn en daar allerhande bijeenkomsten te bezoeken. Van bewonersavonden tot vergaderingen van de ondernemersvereniging.
Het is de kunst bij participatie om niet altijd met dezelfde bewoners aan tafel te zitten. Willems wil zich niet enkel laten leiden door de mensen “die hun weg naar de politiek al weten te vinden of het meest luid hun standpunt verkondigen”. Daarom zoekt ze de mensen actief op en probeert ze meerdere visies op een plan te verzamelen. “Wat niet betekent dat je boodschap verkondigen, al dan niet luid, geen zin heeft.” Dit is in haar ogen wel “een belangrijk signaal, maar ik kijk altijd breder”.
Recent kreeg ze nog een uitgewerkt fietsplan opgestuurd van bewoners, met daarin suggesties voor de gemeente om de verkeersveiligheid rondom de Nieuwmarkt te verbeteren. Wanneer Willems zoiets binnenkrijgt, onderzoekt ze eerst of het probleem breder leeft in de buurt. Daarna bespreekt ze het plan met specialisten binnen de gemeente en gaat ze ermee terug naar de bewoners. Als er veel signalen en klachten uit de buurt komen, over bijvoorbeeld verkeersdrukte of uitgaansoverlast, kaart ze dit meteen aan bij de portefeuillehouder van stadsdeel Centrum. Op deze manier brengt zij het bestuur op de hoogte van een ergernis die speelt en zorgt ze dat de burger gehoord wordt door de beleidsbepalers.
Stapjes naar de stip op de horizon
Een belangrijke les die Willems meegeeft aan bewoners is om niet alleen met ‘utopische vergezichten’ te komen. Ze vindt het mooi wanneer er een stip op de horizon wordt geplaatst door een bewonersinitiatief, maar het helpt haar wanneer er ook is nagedacht over de kleine stappen naar die horizon toe. “Sommige bewoners hebben het liefst morgen een autoloze binnenstad met overal groen. Dat klinkt mooi, en natuurlijk zijn we druk bezig met de plannen van het college om de binnenstad autoluw te maken, maar dit gaat niet van vandaag op morgen. Het helpt dan om mee te denken over wat we op korte termijn kunnen realiseren? En bedenk wat je zelf kunt doen als bewoner of ondernemer?” Met die suggesties kan ze dan meteen aan de slag.
Het is nooit te laat om je belang kenbaar te maken
Wanneer de gemeente in samenspraak met de buurt een plan heeft uitgevoerd, maar niet iedereen is blij met het eindresultaat “dan gaan we in gesprek om zo veel mogelijk bezwaren weg te nemen. Dat is de inzet”. Willems geeft het voorbeeld van een nieuwe speeltuin in de Lastagebuurt. De speeltuin werd opgeknapt en uitgebreid, dus de kinderen in de buurt blij. Sommige bewoners waren echter minder blij met de grote speeltoestellen, die ten koste gingen van de openbare ruimte en het groen. Door dit kenbaar te maken bij de gebiedsmakelaar wordt er nu gekeken naar een oplossing om bijvoorbeeld alsnog groen bij te plaatsen. “Je bent er als gemeente om het algemeen belang te dienen en je zult nooit iedereen tevreden kunnen stellen. Na goed te luisteren en in gesprek te gaan met omwonenden is het je taak om goed uit te leggen waarom je uiteindelijk doet wat je doet.”