Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Utrecht (UU) bovenop zijn salaris van € 229.974 ook nog eens € 124.343 aan binnenlandse vervoerskosten heeft gedeclareerd over het jaar 2018?
Het is 18 april 2019 en toenmalig Kamerlid Zihni Özdil van GroenLinks stelt schriftelijke vragen aan onderwijsminister Ingrid van Engelshoven over de hoge reiskosten van voorzitter Anton Pijpers, met een dienstauto en een chauffeur in vaste dienst. ‘Deze Kamervragen van Zihni Özdil zette een heleboel in beweging’, zegt de Utrechtse student Floris Boudens. Deze hele affaire start namelijk bij hem, bij zijn strijd tegen onrecht en vóór een democratische universiteit. Dit is zijn verhaal.
Hoe begon het allemaal?
‘De reiskosten van de Utrechtse voorzitter van het college van bestuur leken mij excessief. Ik vergeleek zijn reisgedrag met dat van collegevoorzitters van zusteruniversiteiten, dook in jaarverslagen en kwam tot de conclusie dat de kosten inderdaad relatief hoog waren. Ik wilde dit aankaarten. Zeker ook omdat de vergoeding voor ‘gewone’ medewerkers van de universiteit is namelijk maar maximaal twee euro vijftig per reis.’
‘Ik zat toentertijd in de medezeggenschapsraad van de universiteit en daar legde ik mijn bevindingen op tafel. Tot mijn grote verbazing waren mijn collega’s niet van plan de voorzitter te confronteren met de hoogte van de reiskosten. Het zou volgens hen om klein bier gaan, ze vreesden dat het de relatie met het college zou verstoren en mogelijk negatieve publiciteit voor de universiteit kunnen genereren.’
Was je daar boos over?
‘Ja! In de jaren zeventig bezetten honderden studenten hun universiteit om inspraak en integer bestuur af te dwingen. Hun strijd is voor niets geweest als wij die wensen niet doordrijven. Ik begreep daarom niets van de houding van mijn medestudenten in de medezeggenschapsraad. Ze richtten hun pijlen op mij in plaats van Anton Pijpers, bizar.’
‘Blijkbaar is niet de academische gemeenschap de baas over de universiteit, maar een select groepje bestuurders. Hun macht is kennelijk zo groot dat zij zich kunnen laten rijden voor meer dan een ton en dat iedereen dat maar normaal vindt. Het reiskostendossier is in mijn ogen exemplarisch voor de doorgeslagen managementcultuur op de universiteit, een probleem waarover publiek en politiek eens een serieus debat moeten voeren.’
‘Kortom, ik was zo boos dat ik besloot het signaal zelf af te geven door mijn onderzoek op te sturen naar een aantal media en alle woordvoerders onderwijs in de Tweede Kamer. Een dag later stelde Zihni Özdil Kamervragen.’
Wat leverde dit op?
‘Naar aanleiding van de Kamervragen zegde de minister toe de onderwijsinspectie een onderzoek te laten starten naar de doelmatigheid van de kosten. De media doken er bovenop. Ik belde die week met vrijwel alle nationale kranten en werd uitgebreid geïnterviewd door RTV Utrecht en de Universiteitskrant’
‘De case kreeg de aandacht waar ik op hoopte. Op de universiteit kreeg de medezeggenschapsraad een uur om specifiek over dit thema te spreken. In dat debat deed het college van bestuur de toezegging de reiskosten voor het hele bestuur voortaan te beperken tot honderdduizend euro. Niet het plafond waarop ik gehoopt had, maar het was een begin. De onderwijsinspectie concludeerde maanden later in haar rapport dat de kosten weliswaar legaal waren, maar wel excessief. In reactie daarop deed de Universiteit Utrecht afstand van haar dienstauto en chauffeur. Het college reist nu per fiets, trein of taxi.’
‘Ik ben heel tevreden over de uitkomst tot nu toe. Dat de Universiteit Utrecht geen gebruik meer maakt van een dienstauto is een groot succes. Het is één van de dingen waar ik het meest trots op ben in mijn leven. Ook komt er nog een debat in de Tweede Kamer over de afrekenbaarheid van publieke bestuurders. Daar kijk ik enorm naar uit. Ik denk dat ik er aardig in geslaagd ben de discussie in een breder kader te plaatsen.’
Wat zou je volgende keer anders doen?
‘Als ik alles over mocht doen zou ik een aantal zaken anders doen. Hoewel ik denk dat dit niets uitgemaakt zou hebben, zou ik eerst met Anton Pijpers in gesprek gaan. Ik krijg soms het verwijt, zeker binnen de universiteit, dat ik hem geen eerlijke kans heb gegeven zijn positie te verdedigen. Mijn aanpak kwam vooral voort uit het gebrek aan steun van mijn collega-medezeggenschapsleden. Iets waar het bestuur niet echt iets aan kon doen.’
‘Ten tweede zou ik toch een bondgenoot zoeken die me mentaal en inhoudelijk zou willen steunen. Het was zwaar om alles alleen te doen. Zihni Özdil ondersteunde waar hij kon, maar had het begrijpelijkerwijs druk. Later zei de voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond dat zij me ook had willen ondersteunen als ik had gebeld. Ik heb spijt dat ik dat niet heb gedaan en de lasten alleen heb gedragen.’
Wat heb je geleerd?
‘Hoe macht werkt. Zowel de raad van toezicht als de medezeggenschapsraad hielden Pijpers de hand boven het hoofd, ondanks mijn onderzoek. Dat was pijnlijk, want deze organen horen juist een controlerende functie te hebben. Het was een confrontatie met het old boys network.’
‘Maar ook de media hebben veel macht. Zij stelden mij in staat mijn verhaal te doen, dwongen de universiteit tot actie en zorgden voor verontwaardiging bij het grote publiek. Dat was weer een stimulans voor politici om het onderwerp serieus te nemen. De media zijn onmisbaar in de democratie.’
Heb je tips voor mensen die misstanden zien en willen aankaarten?
‘Mail of bel Kamerleden. Mits de misstand ernstig genoeg is, zullen zij er iets mee doen. Zorg dat je bewijs beschikbaar en je feiten op een rijtje hebt. Politici hebben niet de tijd of ondersteuning om alles zelf uit te zoeken, dus zijn voor informatie van jou afhankelijk. En verder, zet je schrap. Door de media-aandacht zal er een hoop op je af komen. Maar dit is geen reden om op te geven! In samenwerking met politiek, pers en andere bondgenoten kan je een misstand de wereld uit helpen.’