Hoe een op ‘zoom’ en ‘skype’ georganiseerde democratie het inspraakrecht beïnvloedt, hopelijk ook na de coronacrisis.
Door: Wessel Deelstra
De snelle start van de digitale democratie
Sinds maart 2020 heeft de Nederlandse bevolking zich rigoureus moeten aanpassen. De oorzaak: het coronavirus. Ook op het dagelijks bestuur heeft het coronavirus flinke impact. Zo moest de spoedwet ‘Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming’ aangenomen worden, om ervoor te zorgen dat de lokale democratie niet helemaal stil viel.
Dat digitaal vergaderen is niet alleen wennen voor raadsleden, die soms met een biertje achter de camera zitten, maar ook voor actieve bewoners, die opeens niet meer welkom zijn in de raadszaal om in te spreken. Inspraak is een essentieel onderdeel van de lokale politiek, en dus experimenteren de meeste gemeenten op dit moment met alternatieve vormen van inspraak.
‘Je wilt ook de emoties zien waarmee iets gezegd wordt.’
Inspreken in de digitale democratie
De meeste gemeenten grijpen in elk geval terug op een bekende vorm van inspraak, namelijk het indienen van een brief. In Leiden vonden ze dat toch niet voldoende en nu is het daar ook mogelijk om mondeling je reactie te geven, bijvoorbeeld via een vooraf opgenomen video. “Je wilt ook de emoties zien waarmee iets gezegd wordt. Dat is toch anders dan schriftelijk”, aldus de Leidse griffie. In Hilversum pakken ze het anders aan, daar staan drie laptops in de raadszaal, zodat insprekers kunnen deelnemen aan de vergadering, terwijl de raadsleden thuis zitten. In Rotterdam is de raadsgriffier ook bezig met een audiovisuele optie, maar zij wil niet alleen digitale mogelijkheden. “Inspreken moet wel voor iedereen toegankelijk zijn, ook voor de mensen die minder of niet digitaal vaardig zijn.”, vertelde de griffier tijdens het online programma ‘DRAAD’.
Sommige steden grijpen de situatie aan om de digitale mogelijkheden om in te spreken serieus uit te breiden, ook voor na de coronacrisis. Zo is in Lelystad het systeem ‘Starleaf’ aangeschaft om digitaal vergaderen en digitaal inspreken mogelijk te maken. Insprekers en publiek kunnen de vergadering virtueel bijwonen. De voorzitter kan vervolgens een inspreker het woord geven.
Van offline, via online naar het beste van twee werelden?
De afname van het aantal besmettingen gaat gepaard met versoepelingen van de maatregelen. De eerste gemeenteraden plannen ook weer fysieke vergaderingen in. Raadsleden en actieve bewoners staan te springen om terug te keren in de offline democratie: een echt debat, waarbij je elkaar in de ogen kan kijken, bewoners van zich laten horen en je het gevoel in de zaal weer kan peilen. Dat klinkt geweldig!
Maar voordat we weer terug gaan naar onze vertrouwde offline democratie, zouden we gemeenten en burgerlobbyisten één advies mee willen geven. Zorg ervoor dat de goed werkende digitale methoden ook na de coronacrisis beschikbaar blijven. Zo vergroten we de mogelijkheden tot inspraak voor alle burgers.