Lobby Lokaal sprak met Pieter Veldhuizen over de mogelijkheden voor burgerlobbyisten rondom de verkiezingscampagne van de gemeenteraad. Pieter was zelf als bestuurslid campagnemanager voor de Amsterdamse VVD tijdens de afgelopen raadsverkiezingen en is zelf lobbyist.
Het proces van een verkiezingscampagne begint al maanden voordat de eerste vrijwilligers in gekleurde jassen met tassen vol flyers de straten op gaan. Maanden voordat het ‘verkiezingsgeweld’ losbarst, zijn de partij en het campagneteam hard aan het werk om hun idealen te vertalen in hedendaagse programmapunten en strategie.
“Wat willen we doen? Wat wordt de boodschap? Welke mensen hebben we nodig? Op wat voor manier willen we ons verhaal vertellen? We moeten een begroting opstellen. We moeten kiezersonderzoek doen.” Pieter schudt zo al een uitgebreide campagneagenda uit zijn mouw. “Op een gegeven moment begint het te lopen. Kandidatenlijsten worden opgesteld en het verkiezingsprogramma wordt geschreven. Er komen debatten. In de aanloop van de verkiezingen van maart 2018 werd tijdens de laatste maanden van 2017 de focus vastgesteld, alhoewel we veel afgelopen zomer al klaar hadden.”
Nadat de voorbereidingen zijn getroffen en het programma is uitgewerkt, kan vanaf januari de chaos beginnen. “Je wordt geleefd door de waan van de dag. Het voorbereidend werk is dan gedaan. Het wordt spontaner reageren op issues van dat moment.”
Voordat zo’n verkiezingsprogramma wordt opgesteld, heeft de programmacommissie het hele maatschappelijk middenveld gesproken. “De politie, MKB Amsterdam, Milieudefensie, overal wordt naar geluisterd. Men is in Amsterdam heel benaderbaar en open voor input vanuit de samenleving. Wij hebben zelf als partij ook niet al de benodigde expertise in huis. Dus de input is heel nuttig. Ik zat zelf niet in deze commissie, maar ik weet dat de Commissieleden alle geluiden graag horen. Dat kan via een gesprek, een position paper of een bijeenkomst.
Vanuit het perspectief van de burgerlobbyist zou je dus in een campagne twee fases kunnen onderscheiden. Een partij is geruime tijd bezig met het opstellen van een verkiezingsprogramma. In die fase ligt een tal van mogelijkheden om je stem te laten horen en invloed uit te oefenen op het programma. Zodra het verhaal is geschreven en de verspreiding daarvan aanvangt, dient de burger zijn of haar werk gedaan te hebben. “Hoe eerder je begint, hoe beter”, zo stelt Pieter. “Over 3,5 jaar zijn de volgende verkiezingen, dus bepaalde thema’s kan je de komende tijd al oppakken. Je hoeft niet per se 100.000 handtekeningen te hebben voor elk Amsterdams issue. Eén signaal van een groep inwoners of zelfs een individu kan al zichtbaar zijn. Ik denk dat raadsleden heel benaderbaar zijn, maar de lokale media en mensen rondom de partij ook.”
Als laatste tip geeft Pieter de burgerlobbyist het volgende mee: “Hou rekening met het feit dat een parttime politicus niet alle tijd van de wereld heeft. Kijk slim wat werkt. Soms is een mailtje of een belletje al voldoende. Raadsleden zijn razend druk dus hou het bij je belangrijkste punten.”