Jan Willem Naphegyi Schouw woonde al jaren in Utrecht, maar is pas burgerlobbyist geworden na zijn verhuizing naar Leidsche Rijn. “Alles was daar in ontwikkeling, waardoor er voor iedereen nog iets te winnen viel. Het is niet meer van deze tijd om er vanuit te gaan dat de gemeente de wijk alleen opbouwt, mensen willen en kunnen steeds meer zelf doen.”
Het begint in de kroeg
Het begon allemaal met de komst van de eerste grote horecagelegenheid in Leidsche Rijn. Waar buurtbewoners voorheen naar de stad of naar Vleuten gingen voor een drankje, konden ze nu in hun eigen wijk terecht. Vanaf het moment dat brouwcafe ‘Maximus’ de deuren opende ging de buurt echt leven: “Daar ontmoette ik mijn buurtgenoten. Mensen die zich bekommerden om de buurt en bijvoorbeeld werkte bij de lokale media, in de politiek of bij een maatschappelijke organisatie.”
In de ontwikkelplannen van Leidsche Rijn was een enorm winkelcentrum opgenomen. Een idee van voor de enorme opkomst van online winkelen, aldus Jan Willem. “Heel ambitieus, maar uit een andere tijd. We wilden iets kleiners, maar wel iets moois voor in de buurt. Dus hebben we onszelf georganiseerd en een plan bedacht.”
Zorg voor een achterban
De groep wilde ook andere bewoners en organisaties betrekken. “We hebben allerlei mensen betrokken, denk aan wijkraden en platforms voor cultuur.” Ze vertelden aan iedereen die geïnteresseerd was wat ze wilden bereiken en dat ze graag samen wilden werken.
“Eerst kwamen we voornamelijk mensen tegen aan de bar, maar later ook via sociale media. Dat was een enorme versneller, omdat mensen makkelijk hun mening kunnen delen en in contact kunnen komen.” De groep kreeg wat financiering van de gemeente en de projectontwikkelaar om af en toe een zaaltje te huren, zodat ze bij elkaar konden komen.
Aan de slag als bewonersorganisatie
We hebben contact gezocht met de wethouder en de projectontwikkelaar. Als snel bleek dat ook zij in hun maag zaten met het winkelcentrum. “Ook zij vonden het te groot, dus iedereen had wel oren naar ons plan. In het begin hadden ze geloof ik wel het idee van ‘wie zijn die gasten’, maar uiteindelijk werkten we samen op gelijke voet.”
De bewonersgroep organiseerde zichzelf parallel aan alle inspraakprocessen. Zo organiseerden ze hun eigen inspraakmomenten. “Het leuke was dat raadsleden daardoor op een gegeven moment naar ons toe kwamen in plaats van andersom.”
Lobbyen is niet altijd makkelijk
Jan Willem merkte dat het lobbyen lang duurde. Zo lang dat er mensen bij de gemeente van baan veranderden. “Je bent erg afhankelijk van de mensen die zich voor je inzetten binnen de gemeente. Zodra er een ander poppetje zit, moet je opnieuw een relatie opbouwen.”
Daarnaast heb je voor een lobby bij ambtenaren een beetje geluk nodig: “Er moet echt wel een veilig klimaat heersen binnen gemeente, waarin een ambtenaar niet alles hoeft af te stemmen met de wethouder. Want als een ambtenaar het gevoel heeft dat hij op eieren loopt werkt zo’n gesprek niet.”
En heb je nog tips voor nieuwe burgerlobbyisten?
Jan Willem lacht en begint op te sommen: “Verwacht niet te snel resultaten, zorg dat je je relaties niet beschadigd door te hard te roepen op sociale media, probeer haakjes te vinden in de gesprekken. Nouja ga zo maar door.”
Maar misschien heb je wel een tip die er echt bovenuit steekt?
“Zorg dat je zelf scherp hebt voor welke belangen jij staat. Soms zal het overeenkomen met de wensen van bestuurders of politici, maar zorg dat je niet verandert in een poppetje voor die partijen. Blijf altijd onafhankelijk en hou scherp in de gaten welke belangen er zijn.”
Ik begreep dat het winkelcentrum ondertussen klaar is. Ben je tevreden?
“De mooiheid spat er vanaf. Het is vooral veel levendiger geworden dan ik me had voorgesteld. Wonen, winkelen, wijn drinken het kan er allemaal. De grote foodmarkt, de Jumbo dat zat eerst niet in het ontwerp, dus als ik terugkijk denk ik: Dat hebben wij geagendeerd! We hebben onze stem verheven, we hebben een constructief voorstel gedaan en zo veel mogelijk draagvlak gezocht voor ons plan. Het winkelcentrum is er gekomen en het is veel beter en mooier dan het zou zijn geweest zonder onze inspanningen.”